flexibiliteit op het werk

Onvrijwillige zorg voorkomen

Op 1 januari 2020 is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd) van kracht geworden. Het werkveld krijgt enige tijd om te wennen en de bedrijfsvoering aan te laten sluiten op deze nieuwe realiteit. Het is ook typisch zo’n overgangsjaar waarbij de eerste kinderziektes bloot gelegd worden. Die eerste kinderziektes blijken overigens niet mals, maar later meer daarover.
Lange tijd kregen deze nieuwe wetten, althans in de media, nauwelijks aandacht. Maar wie denkt dat de introductie in januari geruisloos is verlopen komt bedrogen uit; er wordt bijvoorbeeld op LinkedIn volop gediscussieerd en stellingen ingenomen. Daarnaast wordt in heel wat vergaderruimtes en kantoren hard gewerkt om de aansluiting te vinden met de nieuwe (juridische) realiteit.

De oude Wet Bopz was gericht op een klinische zorgrealiteit en was ook hoognodig aan revisie toe; wetgeving die beter aansluit bij de ambulantisering van de afgelopen jaren, waarbij natuurlijk geen afbreuk gedaan mag worden aan de rechtsbescherming van klinisch opgenomen cliënten of bewoners.

Bij mensen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke beperking is er, indien er onvrijwillige zorg toegepast gaat worden, het zogenaamde Wzd-stappenplan om te doorlopen, zodat besluiten en het wegen van alternatieve op onvrijwillige zorg inzichtelijk wordt voor betrokkenen en de inspectie.

In de GGZ heeft men te maken met andere procedures. De toetsingsmomenten vinden hierbij veel meer plaats voorafgaand aan de uitvoer van de verplichte zorg, die onder andere vastgelegd zijn in de zogenaamde snelkaarten-Wvggz. Deze snelkaarten zijn bedoeld om het de hulpverleners makkelijker te maken de formele procedures te doorlopen. Alleen dit document, dat niet meer dan een hulpmiddel is, telt al meer dan 20 pagina’s. De nieuwe wetgeving vraagt dus een behoorlijke tijdsinvestering in het doorlopen van de vereiste verantwoordingsstappen. De wetgever zal vast en zeker de komende periode komen tot verdere afstemming en finetuning; er is natuurlijk niemand voor het onnodig verspillen van administratietijd die voor zorgverlening gebruikt zou kunnen worden.

Wet op de voet volgen
Iedere professionele hulpverlener is er veel aan gelegen om alle ontwikkelingen omtrent de nieuwe wetgeving op de voet te volgen. Deze heeft nu eenmaal ook veel impact op het dagelijkse werk. Tegelijkertijd moeten we ons niet teveel af laten leiden om waar het echt om draait: goede, efficiënte en effectieve zorg. Waarbij optimaal aangesloten wordt bij de wensen en mogelijkheden van de bewoner, cliënt of patiënt.

Handelingsverlegenheid
Ja, dat is waar veel professionals- in de rol van begeleider, verpleegkundige, coach, zorgbeveiliger en dergelijke – tegenaan lopen; ‘Vroeger wist ik wat er mocht en niet kon en dat is nu helemaal anders…voor je het weet heb je een klacht aan je broek’.
Natuurlijk respecteren hulpverleners de wet. Maar bij doorvragen blijkt dat veel aannames voortkomen uit onwetendheid over de inhoud van de Wzd en Wvggz (logisch want het betreft nieuwe wetgeving), maar ook foutieve aannames over wat er vóór januari 2020 allemaal wel en niet mocht binnen de kaders van de oude vertrouwde Wet bijzondere opnamen psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz).

Veel minder ingewikkeld
Namens Trifier heb ik nu bij diverse organisaties meermaals een training mogen verzorgen. Ik zie dat het hulpverleners enorm helpt als ik met hen wat dieper in de wetgeving duik en bijvoorbeeld met hen het ‘Wzd stappenplan’ doorneem, want dan blijkt het allemaal toch veel minder ingewikkeld te zijn dan dat het op het eerste gezicht lijkt. Op zo’n trainingsdag kijken we ook naar alternatieven; hoe kunnen we de begeleiding en zorg zo vormgeven dat onvrijwillige of verplichte zorg überhaupt niet of nauwelijks nodig is? Wat kunnen we allemaal bedenken, buiten de gangbare interventies? En wie kunnen ons bij dat brainstormen helpen? Cliënten en naasten komen soms zelf met de meest verrassende voorstellen!

Geen gortdroge wetsteksten, maar gericht op de praktische vertaalslag van de Wzd en/of Wvggz
Een Trifier training , is geen trainingsdag waarbij hulpverleners grote hoeveelheden gortdroge wetsteksten tot zich nemen. Het is een interactieve trainingsbijeenkomst waarbij de deelnemers op speelse wijze kennismaken met de nieuwe wetten en leren welke consequentie dit heeft voor het zorg verlenen.

Naast wetskennis staat vooral ook het anders leren kijken naar complexe zorg voorop. Het vertrekpunt is niet: wat kan en mag er niet volgens de wet? Het vertrekpunt is: wat kunnen we allemaal doen om de relatie en de zorgverlening te verbeteren? Welke aanwijzingen gaan er schuil achter het gedrag van de ander? Op welke creatieve wijze kunnen we gedrag op een positieve manier beïnvloeden zonder onnodig terug te moeten grijpen op verplichte of onvrijwillige zorginterventies?

Aan het einde van een trainingsdag hebben deelnemers gedegen wetskennis, begrijpen zij wat er met de nieuwe wetgeving nagestreefd wordt, en ervaren zij wat er allemaal nog aan onontgonnen mogelijkheden zijn in het verlenen van zorg waar zij trots op kunnen zijn.
Wat de nieuwe wetgeving ons op gaat leveren? Daar durf ik geen stellende uitspraken over te doen. Wel geloof ik dat er nog heel veel mogelijk is mensen betere zorg en begeleiding te geven. Daar ben ik zeer hoopvol over; telkens merk ik weer hoe gedreven en gemotiveerd hulpverleners zijn om het morgen weer een tandje beter te doen. ‘Morgen sterker dan vandaag’.

Kijk voor actuele informatie over beleid op www.dwangindezorg.nl

Auteur: Mark Noordijk, Trainer bij Trifier

Deel deze blog!⬇️

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dank voor het invullen!

Bedankt voor het verslag, het wordt doorgestuurd naar de projectmanager.

Trifier draait op SYS Platform SYS Platform - Platform voor Coaches & Opleiders