“De nieuwe werkwijze heeft meer impact op de professional en de patiënt. Er is minder paniek bij de patiënt en minder controleverlies bij de professional.”
In het P.C. Dr. Guislain bieden ze warme en deskundige zorg voor psychisch kwetsbare mensen. Dat doen ze in de eerste plaats door te kijken naar de mens achter de patiënt. Zo werkt men aan ‘zorg op maat’: aangepast aan de behoefte en de persoonlijkheid van de mens in nood. Het levensverhaal en de eigen sterktes van de patiënt zijn het uitgangspunt voor een behandeltraject dat ze samen met de patiënt en zijn omgeving vormgeven. Dat patiënten de regie over hun leven terug in handen nemen, daar streeft het P.C. Dr. Guislain naar.
Een aantal jaar geleden alweer is het P.C. Dr. Guislain van start gegaan vanuit de opdracht van overheid om enkele crisiszorgen naar HIC onder te brengen. De directie ondersteunde het idee zelf al eerder, om een andere weg in te slaan, waarin het verminderen van dwang en drang een belangrijke doelstelling werd. Toen daar de overheid met de opdracht kwam was dat een goed moment om te starten hiermee. In de praktijk betekende dit het afbouwen van bedden, van 27 naar 20. Echter, wel met behoud van personeel én het opschalen van personeel. Het ziekenhuis gelooft hier namelijk in om toch meer personeel te hebben t.o.v. minder bedden. Dat was ook het moment dat Trifier in beeld kwam bij het P.C. Dr. Guislain.
De concrete hulpvraag is gaandeweg ontstaan. Wat een belangrijk besluit is geweest, is het vormen van een kernteam. Het kernteam bestaat uit afdelingshoofd, psychiater, adjunct-afdelingshoofd en therapeutisch coördinator. In dat kernteam komen de vragen aan bod als ‘wat willen we’, welke hulp hebben we nodig, waar willen we naar toe, waar zijn we al wel goed in, waar willen we beter in worden’. Eén van de hulpvragen was vooral om de HIC visie te vertalen naar de organisatie. En daar zo concreet mogelijke handvatten voor te krijgen. Het (Nederlandse) HIC handboek van Tom van Mierlo is daarbij een leidraad voor alle medewerkers. Uiteraard met een vertaalslag naar wat geldend en relevant is in België. Sanne: “Het besef dat we al heel veel goed doen was een mooi inzicht. Een traject hoeft niet altijd te betekenen dat alles anders moet. Dat gaf opluchting, maar ook vragen: dit doen we toch al? Het verschil maak je dan in het finetunen van wat je al goed doet. De bewustwording ergens van en er dan bewust mee werken, een verdieping in de uitvoering. Het maakt dat de implementatie vrij vloeiend gaat.”
De volgorde van de training krijgt een hoge waardering. De training heeft een tussenfase gehad daar er in dit traject wat langere tijd tussen de theorie en de praktijk van de training zat. En dat bleek een voordeel. Want in deze tussentijd is men intern zelf stappen blijven zetten met de cultuurverandering, wat het toch wel was. Zo hebben ze ook zelf alternatieven kunnen ontdekken. Het afronden van de training met het oefenen van de interventievaardigheden was met het hele vaste team en ook werden de vaste nachtdienst-medewerkers, alle therapeuten en de psychiater erbij betrokken. Het is op alle lagen gedragen. Sanne: “De kennis en vaardigheid van het goed fysiek kunnen begeleiden leidt nu vaak al tot ontspanning, dat is een groot verschil in mindset. Er hoeft niet gelijk op de alarmknop gedrukt te worden, andere afdelingen hoeven niet gelijk om hulp gevraagd te worden, want de gedachte, het gevoel dat er nog allerlei mogelijkheden zijn om je werk en het handelen veilig te blijven doen zorgt voor die ontspanning.” De nieuwe werkwijze duurt misschien wat langer, maar heeft meer en beter impact op de professional en op de patiënt. Sanne: “Er wordt in eerste instantie gedacht dat deze werkwijze meer tijd kost. Maar we investeren erin op onze afdeling, we zien het profijt ervan. De vraag is hoe kijk je naar het aspect tijd? In plaats van het contact te verliezen bij een interventie, wordt het juist sterker door in contact te blijven in plaats van naar afzondering te gaan. Er is minder paniek bij de patiënt en minder controleverlies bij de professional.”
In het P.C. Dr. Guislain werken ze met patiënt participatie via een ZAG (zorg afstemmingsgesprek). Dat betekent dat de patiënt, zijn netwerk, het team en andere betrokkenen hierin deelnemen. Het doel hiervan is de patiënt te horen en kan meebeslissen over eigen behandeling. En afstemming met alle betrokkenen te hebben in plaats van 1op1. Zo wordt er bijvoorbeeld een individueel signaleringsplan gemaakt, vanuit het Trifier Crisisontwikkelingsmodel als basis, samen met de patiënt. In de teamvergadering wordt het gesprek met de patiënt voorbereid. “Een goede tool”, aldus Sanne, “wat te doen in crisis of liever eerder al om crisis te voorkomen. Bij terugkerende patiënten kunnen we verder bouwen op het signaleringsplan.”
Om het geleerde in de dagelijkse praktijk te blijven toepassen en toetsen wordt het meteen uitgedragen aan nieuwe medewerkers en stagiaires. De werkwijze staat ook beschreven in de onthaalbrochure voor nieuwe medewerkers en stagiaires. En men krijgt ook het HIC (werk)handboek. Verder wordt er maandelijks getraind en geoefend en volgt iedereen een x-aantal keer de trainingen. De basishouding is van begin af aan goed gegaan, nu blijven focussen om ZAG te doen. Het P.C. Dr. Guislain staat er goed op. Ze krijgen aanvragen van buitenaf om te komen meekijken. Sanne: “De toegevoegde waarde van Trifier voor ons is dat het helpend is om een buitenstaander te hebben die meekijkt en meedenkt in wat je zou kunnen doen om te verbeteren en het te implementeren. De vorming (training) heeft vooral voor het afdelingsteam een positieve impact gehad. Een verhoogd gevoel van veiligheid en trots op het werk. Het hele traject heeft Trifier het kernteam ondersteund in mindset, in verandering. Niet alles is omgegooid, er is richting gegeven welke kant op te bewegen.”Sanne Osterholt , Afdelingshoofd HIC